Blikken blozen haar kant uit
Van een afstand
bewondert hij haar fijne lijnen,
haar lelieblanke huid
kleurt de silhouetten
van zijn losgedroomde werkelijkheid,
ze ruikt naar regen op het gras.
Zij kan hem even doen vergeten
hoe winterdagen kunnen zijn
ze loopt niet, danst,
dwarrelt sneeuw op Finse bossen
sierlijk als haar eigen roze sjaal.
Van dichtbij wordt zij nog mooier.
Onbevangen ontvangt ze
zijn blozende blikken,
zij is de diva; haar stem kalmeert
en grinnikt al zijn lonken bij elkaar
.