Lieve Valentijn, ik heb wat vragen voor je
…een bloem, haar blad, die net
als ik verbleken...bij jouw schoonheid waar mijn liefde ooit
begon...ik zie je lach, kijk in jouw chromen ogen...die
blinken in de lage lentezon…
Ik was een jaar of 17 toen ik deze mierzoete woorden
achterliet in de schoolagenda van een meisje uit de klas.
Geïnspireerd door het nog zoetere liefdeslied ‘voor haar’
van de toen al prehistorische Frans Halsema. Maar waar mijn
gedicht verzonk in dromerige oppervlakkigheid, had Frans het
over echte liefde, magnifiek vertaald in die legendarische
zin: “En als ik oud moet worden, dan alleen met haar”. Ik
denk dat ik verliefd was op mijn klasgenote, maar of ik een
leven lang met haar wilde delen, dat vraag ik me af. Dus
stel ik mezelf de vraag: Kun je liefde scheiden van
verliefdheid?
Valentijn heeft alles te maken met verliefdheid. Je
geeft alle aandacht aan een ander, zonder dat je echt jezelf
geeft; Anonieme kusjes op een kaart zonder afzender. Mijn
grootste valentijnblunder heeft te maken met eerdergenoemde
klasgenote. Ik kocht een grote Ptt-postdoos en vulde deze
met zo’n 20 gulden aan hartsnoepjes. Gedeeld door 2 min 10
%, had me dat nu bijna 9 euro gekost, maar dat terzijde. Op
valentijnsochtend sloop ik stiekem door de voortuin van mijn
hartedievegge, legde het doosje bij de voordeur, belde aan,
had nog even oogcontact met een allesbegrijpende moeder en
rende hard weg. Even later op school stormde Anne op me af,
gevolgd door een groep Boyzone-minnende bakvissen. ‘Dit is
zeker van jou hè?’, riep ze, een ongefrankeerde Ptt-postdoos
omhoog houdend. ‘Ehhm’, stamelde ik, een middenweg zoekend
tussen de waarheid en de anonieme magie van Valentijn. Anne
voorzag mijn zwijgen en schoot een vriend van me aan, die
ook wel wat oogjes op haar had en luid beweerde dat de doos
van hem was. Hij werd vervolgens beloond met een zoen van
Anne. Een slimme zet van haar, want meteen sprong ik op,
bekende schuld en pleegde verraad aan Valentijn. ‘Maar ach,
alles voor een zoen’, dacht ik toen. Het liep echter anders.
Anne was niet alleen mooi en slim, ze had ook nog eens
suikerziekte, en dat wist ik niet. De insuline was niet aan
te slepen, op het moment dat ze ’s ochtends de doos open
deed en de zoete lucht opsnoof. De klap op m’n wang was dus
terecht, maar nog voor ik m’n andere wang gekeerd had,
fluisterde Anne: ‘Bedankt hoor, ik vond het wel lief’,
uiteraard zo zacht dat niemand het kon horen. Ze kon het dus
wel waarderen, maar of dat nu kwam door de aandacht die ik
haar gaf, of door de jaloezie die ze zag bij haar
vriendinnen, daar ben ik nooit achter gekomen. Maakt ook
niet uit, want niet veel later werd ik weer verliefd en
kreeg ik zelfs aandacht terug. Het mondde uit in liefde,
want nog steeds kan ik zingen: ‘En als ik oud mocht worden,
dan alleen met haar’. Ik stel mezelf een nieuwe vraag:
Aandacht geven aan elkaar, is dat dan liefde?
Meer vragen: Binnen onze kerk, wordt vaak gesproken
over je geloof; Hoe sterk moet dat zijn? Hoop is ook een
veelbesproken thema; Hoe troostvol kan zij zijn? De liefde
van Jezus komt ook vaak aan bod, maar hoe zit het met mijn
liefde voor Hem? Ben ik een anonieme aanbidder of durf ik
iets van mezelf te geven? Hoeveel aandacht geef ik Hem
eigenlijk? En aan anderen? Elkaar liefhebben, daar hebben we
het maar bar weinig over, laat staan dat we het doen. En
daarom, lieve lezers, wil ik voorstellen om elkaar de
komende tijd oprechte aandacht te geven. Betrokkenheid tonen
en dingen te delen met vrienden, clubgenoten en
schoolmaatjes. Strooi complimentjes, spreek je waardering
uit en stuur deze week minimaal 3 valentijnkaarten, mét
afzender! Geniet van elkaar, maar blijf bereikbaar. Laat de
liefde zegevieren. Houd vast aan geloof en verlies de hoop
niet uit het oog, maar de liefde, laat de liefde de grootste
zijn!
Veel liefs…